Claudia Bruijs, Windesheim

Header image
Begin april vertelde Claudia hoe ze van de een op de andere dag in een totaal andere situatie belandde als docent. Alle lessen moesten worden omgezet naar online onderwijs. Na de eerste opstartperikelen zag ze hoe iedereen zich best vlot aanpaste. Maar dat ze uiteindelijk toch het liefst onder de mensen is, werd haar ook heel duidelijk. Hoe gaat het nu met haar, en wat zijn haar verwachtingen voor het nieuwe studiejaar?

Werk je op dit moment nog steeds volledig vanuit huis?

In principe wel. Soms betekent dat behoorlijk woekeren met de ruimte: tot voor kort werkte mijn man ook nog in huis en we hebben twee kinderen die al op kamers zitten maar regelmatig komen aanvliegen. Zeker nu ze zelf ook geen onderwijs op school hebben. Daarom ga ik nu af en toe een dagdeel naar de hogeschool. In mijn eigen kantoor kon ik lang niet terecht; een aantal kantoren van Windesheim was helemaal gesloten. Als het goed is kan ik nu weer in ons eigen gebouw terecht. Een beperkt aantal toetsen die je niet online kunt afnemen, vinden daar ook weer plaats. Denk aan Communicatieve vaardigheden.

Veel dingen regelen studenten normaal gesproken informeel, je spreekt elkaar bijvoorbeeld in de kantine even aan.

 

Hoe verliep het online lesgeven de afgelopen weken?

Je probeert studenten zoveel mogelijk te betrekken en te motiveren, maar het blijft toch behelpen. Daarom vind ik het heel knap dat de opkomst steeds heel hoog was. Wat je ook merkt, is dat studenten het enger vinden om iets online te zeggen dan in de klas. Die camera staat op je neus, iedereen ziet je… In de klas ziet iedereen je natuurlijk ook, maar de drempel blijkt online toch hoger te zijn. Ook om elkaar vragen te stellen als je iets niet begrijpt. Veel dingen regelen studenten normaal gesproken informeel, je spreekt elkaar bijvoorbeeld in de kantine even aan. Dat zijn echt de dingen die je nu mist. Dat merk ik zelf overigens ook in bijvoorbeeld vergaderingen met collega’s. Ga maar eens online vergaderen met 30 personen. De hele dynamiek is anders, je kunt niet even knipogen naar je buurvrouw, alles is geregisseerd. Microsoft Teams heeft zich in de afgelopen periode wel aangepast: er zijn meer mensen in beeld, je kunt een handje opsteken als je iets wilt zeggen. Daarnaast word je zelf ook vaardiger. Maar geef mij maar live contact!

Als online lesgeven al een hele uitdaging is, hoe zit het dan met online toetsen?

Ook dat is even zoeken. Via online proctoring kun je digitaal examens afnemen. Daar komt heel wat bij kijken. Als student word je volledig gecontroleerd, van de ruimte waarin je je bevindt tot de manier waarop je je telefoon neerlegt. Vanuit studenten is er veel protest gekomen, met name wat hun privacy betreft. Daarom heeft Windesheim uiteindelijk besloten om geen gebruik te maken van online proctoring. Dus moesten we andere oplossingen bedenken. Onlangs hebben we zelfs een klein deel van de toetsen, herkansingen, mondeling afgenomen. Dat is echt uniek, dat doen we normaal nooit. Verder hebben we in plaats van multiple choice toetsen, toetsen opgesteld met essay vragen ofwel open vragen. Alles bij elkaar kost dat enorm veel tijd: eerst die toetsen ontwikkelen, daarna alles nakijken. Daar ben ik op dit moment nog wel even zoet mee!

De gekkigheid die je meemaakt in de klas, hoe studenten reageren op elkaar, dat mis je echt.

 

Hoe zien jullie plannen voor het nieuwe studiejaar eruit?

Het eerste halfjaar, dus tot en met februari, blijft in principe zoveel mogelijk onderwijs online. Er mogen maar 9 in plaats van 30 mensen in een klas, inclusief de docent. We hebben niet de capaciteit om alles te verdelen – zowel qua gebouw als docenten. Ter illustratie: we hebben nu 300 eerstejaars en voor een bepaald vak slechts 3 docenten. Ik zie geen probleem in het online blijven verzorgen van hoorcolleges. Voor de praktijklessen ligt dat toch anders. We zullen in beperkte mate praktijklessen weer fysiek geven, denk aan de communicatievakken of technische vaardigheden zoals een infuus aanbrengen of een katheter zetten. Wat we ook heel graag live willen organiseren is de studiebegeleiding van de nieuwe studenten. Het wordt al spannend genoeg voor hen.

Wat zie je zelf als de grootste uitdaging voor de komende tijd?

Zorgen voor binding en cohesie in een nieuwe klas, en dan met name dus bij de eerstejaars. De meesten zijn nog maar 17 of 18 jaar en gaan een heel nieuwe fase in. Hoe gaan zij elkaar nu leren kennen? De introductieperiode valt weg. En ze gaan elkaar minder vaak zien, terwijl samenwerken juist zo belangrijk is. Daarnaast: hoe houd ik iedereen gemotiveerd? Ik ben iemand die van aanpakken en hard werken houd, maar ook de gezelligheid erin wil houden. De gekkigheid die je meemaakt in de klas, hoe studenten op elkaar reageren, dat mis je echt. Verder is het op dit moment heel lastig om stageplekken te vinden. En heel praktisch: ik ben erg benieuwd hoe het gaat met die anderhalve meter afstand houden. Loop maar eens door het park en je ziet al die jongeren gezellig bij elkaar zitten. Wij moeten ons aan de regels houden en dat zal ook wel lukken op school. Maar zodra ze het gebouw uitlopen denk ik dat iedereen al snel weer naast elkaar loopt.

Ik heb zo'n sociale honger om weer gewoon bij het koffieapparaat te kunnen sparren. 

 

Waar kijk je het meest naar uit?

Nou op dit moment naar de vakantieperiode, want het is toch echt wel aanpoten. De vermoeidheid slaat toe. Kijk ik verder vooruit… dan kan ik niet wachten om gewoon weer voor de klas te staan! Ik mis het contact met de studenten én mijn collega’s. Dit is niet waarom je docent bent geworden. En ik heb zo’n sociale honger om weer gewoon bij het koffieapparaat te kunnen sparren. Dat ene dagdeel in de week nu is alweer een klein begin. Heerlijk.