Startende docenten: wat zegt de cao-hbo?
Achtergrond en definities
De cao-hbo bevat een artikel over het inwerken van nieuwe werknemers.
Artikel M-1-e Inwerken van nieuwe werknemers
De werkgever formuleert in overleg met en met instemming van de PMR beleid voor het inwerken van nieuw in dienst tredende werknemers, legt dit beleid schriftelijk vast en draagt dit beleid actief uit naar werknemers. Het beleid bevat waarborgen om ervoor te zorgen dat nieuwe werknemers in een periode van maximaal drie jaar adequaat worden ingewerkt hiervoor uren krijgen en in de gelegenheid worden gesteld zich te professionaliseren. Ook de inwerkende collega’s worden daartoe in tijd gefaciliteerd. Naast de facilitering voor de professionalisering krijgt de nieuwe werknemer in ieder geval de beschikking over uren duurzame inzetbaarheid naar rato van het dienstverband, zoals geformuleerd in de artikelen M-1-a en artikel M-1- Artikel O-5 is van toepassing.
De beginnend docent krijgt de mogelijkheid in het eerste jaar te starten met de benodigde professionalisering zoals tenminste de Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid of een voorbereiding daarop. Na overleg met het team stelt de werkgever de verdeling van werkzaamheden vast, rekening houdend met de omvang van het inwerktraject en met de vakvolwassenheid van de startende docent.
Definitie startende docenten
Op basis van deze cao-afspraak is ervoor gekozen om de volgende definitie van startende docenten te hanteren: ‘Docenten met maximaal drie jaar werkervaring in het hbo’[1]. Het gaat daarbij om werkervaring als docent op een hogeschool, ongeacht op welke hogeschool deze werkervaring is opgedaan.
Inductieprogramma
De professionele ontwikkeling van startende docenten is een informeel en iteratief leerproces, dat geen vast eindpunt heeft. Daarbij komt dat sommige startende docenten sneller vakbekwaam worden dan anderen. Dit informele leerproces kan echter versneld en versterkt worden door formele inductieprogramma’s[2]. Inductieprogramma’s zijn begeleidingstrajecten voor startende docenten. Het doel is om een bijdrage te leveren aan de professionalisering van startende docenten en om de kans op uitval te verkleinen[3]. Het inductieprogramma bevat een mix aan activiteiten en bestrijkt meerdere begeleidingsgebieden. In het inductieprogramma worden ook de rollen, taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen omschreven[4].
[1] Zie ook: Zestor (2022) Begeleiding startende docenten. Onderzoek mobiliteit en inductieprogramma’s. Den Haag: Zestor.
[2] Brouwer, P., van Kan, C., Helms-Lorenz, M. & Hofland, A. (2021). Co-creatie van inductiearrangementen in het mbo. Utrecht: Hogeschool Utrecht.
[3] Wessel, K. & De Haan D. (red.)(2018). Inductiebeleid in de praktijk. Utrecht: Hogeschool Utrecht.
[4] Idem.