Factor 1: De context van het team
Meer informatie
Over de kaders
De context van het team wordt beschreven aan de hand van de kaders waar het team zich toe heeft te verhouden. Door deze kaders in kaart te brengen wordt duidelijk wat de bewegingsruimte is die het team heeft wat betreft het (zelf) bepalen van hybride voorkeuren en afspraken.
Afspraken maken over kaders
Het eerste kader zijn de afspraken die binnen de organisatie zijn gemaakt. Sommige scholen hanteren een ‘algemene richtlijn’. De Hanzehogeschool kiest bijvoorbeeld voor gemiddeld 20% thuiswerken. Saxion heeft de ambitie om 1/3 van het werk vanuit huis te doen. Andere organisaties, met name buiten het onderwijsdomein, hebben duidelijk beleid rondom hybride werken, zoals over het aantal dagen dat er thuisgewerkt moet worden of over hoe er moet worden vergaderd (fysiek, online of een combinatie). Het kan ook zijn dat deze afspraken per domein/ faculteit of opleiding zijn gemaakt.
Andere kaders om rekening mee te houden zijn onder andere de behoefte van de (interne) klant (stafteam) en student (docentteam), de strategie van de organisatie en de onderwijsvisie.
Voorbeelden van kaders
HIeronder worden de kaders genoemd die de bewegingsruimte voor hybride werken bepalen. Per kader staat een voorbeeld beschreven voor een onderzoeksteam, een docententeam en een stafteam.
Verschillen in kaders
Wat de belangrijkste kaders zijn die de bewegingsruimte bepalen kan per team verschillen. Voor een docententeam is de OER (onderwijs-examenregeling) bijvoorbeeld een heel belangrijk kader. De behoefte van de interne klant is weer een belangrijk kader voor het HR-team. Als duidelijk is wat de belangrijkste kaders zijn voor het team, kan vervolgens de bewegingsruimte worden bepaald. Dit als voorbereiding op het kiezen van een geschikte hybride werkvorm. Daarmee wordt duidelijk waar het team rekening mee moet houden en welke mogelijkheden het team zelf heeft om hybride keuzes te maken.
Tips!