Landelijke regelgeving rondom de banenafspraak

Er zijn de afgelopen jaren landelijk veel verschillende aantallen banen voor de doelgroep genoemd om te realiseren. Dit heeft ook bij hogescholen geleid tot veel verwarring over welke aantallen het nu precies gaat. Hier lees je in het kort de stand van zaken.

Banenafspraak

Het kabinet heeft met sociale partners een afspraak gemaakt om bij werkgevers extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking te creëren. Het gaat om 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking in 2026 ten opzichte van de nulmeting op 1 januari 2013, waarvan 100.000 in de marktsector en 25.000 in de overheids- en onderwijssectoren. Deze aantallen zijn verdeeld over de sectoren en jaren. Als één baan wordt geteld een baan van 25,5 verloonde uren per week. Banen groter of kleiner dan 25,5 uur per week tellen naar rato mee.

Quotumregeling

Omdat overheids-en onderwijssectoren de aantallen niet gehaald hebben, geldt vanaf januari 2018 de quotumregeling, waarbij een percentage van het aantal verloonde uren als uitgangspunt wordt genomen.

Breed offensief

Vanwege de complexiteit en diversiteit van wet- en regelgeving heeft het kabinet besloten om de Wet banenafspraak te vereenvoudigen. De quotumheffing is daarom voorlopig tot 1 januari 2022 opgeschort. Deze opschorting leidt ertoe dat er tot 1 januari 2022 geen quotumheffingen zullen worden opgelegd. In december 2020 is het wetstraject voor het breed offensief ingediend bij de Tweede Kamer. Het breed offensief streeft naar meer werk voor mensen met een arbeidsbeperking. Dat betekent dat naast toeleiding naar werk ook aandacht is voor andere aspecten zoals duurzaam werk, op niveau dat loont. Het onderscheid markt-overheid wordt daarbij opgeheven worden, waardoor inkoop van diensten ook mee gaat tellen bij de inhurende werkgever.

Door het demissionair worden van het kabinet is de wet voorlopig aangehouden.

Lobby

Vanuit diverse markt- en overheidspartijen wordt aandacht gevraagd voor de volgende aspecten:

  1. Het is nodig dat de vereenvoudigde wetgeving banenafspraak snel wordt ingevoerd, want de vereenvoudiging van de wetgeving regelt dat banen worden meegeteld bij de werkgever waar de doelgroep daadwerkelijk werkt. Overheidswerkgevers kunnen daardoor inkoop van diensten bij zichzelf meetellen in plaats van aan de kant van de markt.
  2. Het ingroeipad van het aantal te realiseren banen is wegens de coronacrisis problematisch. Het effect van de coronacrisis op de economische situatie maakt dat het nodig is om de looptijd van de banenafspraak te verlengen met 2 jaar, waarbij markt en overheid een gelijke einddatum hebben.
  3. Een uitbreiding van de doelgroep banenafspraak is gewenst. Dit betekent de banendoelgroep uitbreiden met iedereen die vanwege een medische beperking niet in staat is om zonder voorziening het WML te verdienen. 
  4. Een zorgpunt van de vereenvoudigde wetgeving is het inzichtelijk maken van de uren inkoop en detachering. De vereenvoudigde wetgeving vraagt van werkgevers om onderling afspraken te maken over waar inkoop van diensten en detachering meetellen. Het registreren, volgen en controleren hiervan kost tijd en brengt administratieve lasten met zich mee voor werkgevers.

Zie ook het kennisdocument van de Rijksoverheid